Haar arm heeft de mijne in een stevige houdgreep en ze leunt zwaar op mij. Ik voel schokkerige bewegingen.
Ik draai mijn hoofd naar rechts, geef een knipoog.
‘Je doet het goed Syl, je gaat met sprongen vooruit.’
Onder vuurrode konen van inspanning krullen haar mondhoeken tot een glimlach. Ze knikt, haar ogen glimmen van trots.
In onze verkeringstijd hadden we soms een melige bui als we in het park liepen of op het strand. Onze benen speelden dan soldaatje, elkaars middel hielden we stevig vast. Om de paar minuten stopten we voor een lange kus, daarna was het weer van ‘links – twee – drie – vier.’ Mensen bleven stilstaan als ze ons zagen, sommigen glimlachend, anderen hoofdschuddend.
Nu is het ‘boem – tsja – ka – boem.’ Het ritme is anders, ze heeft een verbeten trek om haar mond en ik hoor hoe ze neuriet.
Een vrouw komt ons tegemoet, een meisje van een jaar of zes aan de hand. Het kind staart, de moeder kijkt naar de grond.
‘Mama, zie je die mevrouw …’
De moeder geeft een ruk aan het kinderarmpje. ‘Ssst, Noortje, hou je mond. En niet zo gapen, dat is niet netjes.’
Sylvia’s glimlach verdwijnt, ze knijpt haar ogen dicht, het ritme hapert.
Ik pak haar hand. ‘Laat ze maar, schat. Concentreer je op Walk this way, het ging net zo goed.’
Afgelopen zomer werd mijn lief van de fiets gereden door een jongen op een scooter. Hij ging er snel vandoor, zij bleef hulpeloos op straat liggen.
Een moeilijke periode met operaties en revalidatie volgde.
Geduldig leerde fysiotherapeut Kevin haar stapjes te zetten. Hij gebruikte muziek om haar er bovenop te helpen, met oefeningen op de maat van bekende popsongs.
Vorige week na de therapie zocht Sylvia Walk this way van Run DMC op Spotify. ‘Volgens Kevin is dit een goed nummer om stabieler te leren lopen,’ zei ze opgetogen. Ze gaf mij een arm en onder het gedreun van de drums en het gesnerp van de gitaarsolo’s deden we samen loopoefeningen. Sylvia straalde. We herhaalden het iedere dag.
De vrouw en haar dochtertje zijn snel vergeten als we samen de pas erin zetten zoals Kevin het bedoelde. Ik kijk opzij, haar ogen glimmen weer en ze schreeuwt het uit: ‘Walk this way!’