Na het Kerstdiner zegt tante Marretje dankbaar: ‘Ik heb genoten, lieverds! Het was een overheerlijk kerstmaal. Maar die twee wijntjes hebben me rozig gemaakt.’
Toch slaat zij Esina’s aanbod af om te blijven slapen.
‘Het is geen moeite hoor, tante, dat logeerbed heb ik zo opgemaakt.’
‘Nee lieverd, je weet dat ik altijd graag in mijn eigen bed slaap. Weet je wat, bel maar een taxi. Dan kan ik onderweg alvast wat rusten. En als Ton er dan achteraan rijdt met mijn Landrover, kan hij weer mee terug met die taxi.’
Ton en Esina brachten de eerste Kerstdag rustig door.
Na een strandwandeling genoten zij van een wijntje bij de open haard en bespraken hun grote droom. Al jaren zijn zij van plan om ruim voor hun pensioen de schaapjes op het droge te hebben en zich te vestigen op een tropisch eiland. Maar door de financiële crisis vrezen zij dat het wel bij dromen zal blijven, tenzij ze een forse prijs winnen bij een loterij.
Vandaag komt tante Marretje bij hen voor het kerstdiner. Tante Marretje, de zus van Tons overleden vader, is een krasse tachtiger en weduwe van een jonkheer die al vroeg stierf door een jachtongeluk. Hij liet haar kinderloos maar welgesteld achter in hun landhuis op de Veluwe.
De traditie van het gezamenlijk kerstdiner op tweede Kerstdag, afwisselend bij tante Marretje en bij Ton en Esina, leeft voort.
Motorgeronk van de oude Landrover kondigt tante Marretjes komst aan.
Eenmaal gezeten bij de open haard vertelt zij de laatste nieuwtjes uit de Veluwe. Esina knikt begrijpend en mompelt af en toe een woord van bevestiging of ontsteltenis.
Eenmaal aan tafel vertrouwt tante Marretje hen toe: ‘Staatsbosbeheer wil bij mij achter het natuurbeheer moderniseren. In plaats van wilde zwijnen en herten komen daar kuddes konikpaarden en Heckrunderen in een omheind park, die daar de boel op een natuurlijke wijze moeten onderhouden. Stel je voor zeg, midden op de Veluwe!’
Tante Marretje is regelmatig in het bosperceel achter haar landhuis te vinden bij haar geliefde wild. ‘s Winters voert zij de herten en zwijnen bij. Zij is fel tegen die moderniseringsplannen en probeert ze samen met allerlei werkgroepen en stichtingen tegen te houden. De vereniging Natuurmonumenten voert de strijd tegen Staatsbosbeheer aan.
Zij vervolgt dat zij in januari Natuurmonumenten in haar testament wil laten opnemen. Van haar landhuis kunnen ze dan dan een educatief centrum maken en haar geld zal goed besteed kunnen worden aan allerlei acties en voorlichtingsactiviteiten.
Ton verslikt zich en denkt ‘Oeps, dat gaat de verkeerde kant uit. Esina en ik hadden de stille hoop de eiland-droom nog te kunnen verwezenlijken.’
Ondertussen bedenkt hij een plannetje.
Ton verontschuldigt zich om buiten open-haardhout te halen en grijpt de gelegenheid aan om de remleidingen van de Landrover los te maken. Volgens hem zal een verkeersongeval deze nacht geen argwaan wekken, zeker niet bij een bejaarde bestuurster.
Als hij weer binnen komt hoort hij net van het taxi-plannetje.
Tante Marretje kijkt Ton aan: ‘Okee Ton, rijd jij de Landrover? Ik betaal de taxi.’
Tons ogen worden groot. Hij zwijgt …