Bevrijding

Gearmd loop ik met Henriette de lift uit, naar de hotelkamer. 

Twee jaar geleden stierf mijn Annemarie. Wij hadden het goed samen, maar kenden tot mijn verdriet weinig intimiteit. Ik berustte daarin; ik was stapelgek op Annemarie en vreemd gaan kon en wilde ik niet.
Door Annemarie’s dood stortte mijn wereld in, ik gleed af en kwam niet meer overeind.
Een therapeut voor rouwverwerking liet mij inzien dat er ook een behoorlijke dosis teleurstelling en woede in mij zat. Mijn gevoelsleven had zich nauwelijks kunnen ontplooien. De therapeut stelde voor dat gevoelsleven voorzichtig te gaan verkennen en uitbouwen.
Zo schreef ik me, onwennig, in op een datingsite. Daar ontmoette ik Henriette, we bleken allebei zestigers en hadden beiden onze partner verloren. 

Vanochtend dronken we koffie op een terrasje aan de kust. Daarna maakten we een lange strandwandeling, we praatten allebei honderduit en lachten veel. En gaven de eerste kussen. Eén blik volstond toen we een hotel vlak achter de duinen zagen. 

In de hotelkamer kussen we elkaar innig. We ontspannen en omhelzen elkaar steviger, worden vrijer. Ik masseer haar rug en billen, mijn lippen verkennen haar gezicht en hals. Voorzichtig betast ik haar borsten, Henriette kreunt goedkeurend.
Haar gekreun en mijn strelingen maken ons opgewonden en ongeduldig. We kleden elkaar uit, ik til Henriette in bed en kruip dicht tegen haar aan. Als ik in haar ben, scandeer ik in gedachten op het ritme van mijn stoten “An-ne-ma-rie, An-ne-ma-rie”.
Even later lig ik met gesloten ogen naast Henriette, houd mijn tranen binnen. Tranen van mislukking en onmacht.
Henriette vleit zich tegen mij aan, streelt me. Fluistert lieve woordjes in mijn oor, knijpt zachtjes in mijn neus, kust me overal. Daardoor ga ik weer in haar. In mijn hoofd klinkt nu “Hen-ri-et-te, Hen-ri-et-te”.
Daarna kijken we elkaar diep in de ogen, voldaan en gelukkig.