Arona

‘Poëzie heeft geen normen. Poëzie danst op de maat van het ogenblik.’ Hugo Claus

Dank u wel, heer Claus.
Normlosigkeit, mijn ding!
Maar dansen niet.
Maat dan weer wel;
muziek
en drinken met hun meervoud,
altijd gezellig!

Het nieuwe blik
het nieuwe blik waar ik op wacht;
in mijn ogen pure poëzie.
Nog heel wat ogenblikken
voor ik mijn blik kan laten rusten
op mijn nieuwe blik.

Poëzie in pure red.
Poëzie in het lijnenspel.
Poëzie in de zuigers onder de motorkap,
een gedempt roffelen in symfonische extase.

Ooit een Mobylette
daarna een Puch,
ja dat ging toch wel veul sneller
en zonder schaamte.
Ach wat herrie!
Ach wat rookpluimen!
Ach wat voetgangers!
Toen: boem is ho,
al doende leert men.

Nog heel wat ogenblikken
en dan
richt ik mijn schaamteloze blik
naar mijn rode kloppende lijnen
en dan
trapt mijn rechtervoet het symfonisch geroffel naar de honderddertig.
Nog even schaamteloos en dan …

Dan komt de schaamte,
ik neem gas terug.
Maar de extase blijft,
blijft ook bij honderd.

Snel naar de super,
vijfde deur wijd open,
schaamteloos vol kisten bier.
En dan
parkeren langs de stoep en kijken door het raam
genieten van
het uitzicht op pure red
genieten van
drinken met mijn maten
genieten van
dat ogenblik; pure poëzie!