Kak

Hij staat in zijn ondergoed voor de spiegel en legt zijn haren met Brylcreem glanzend in het gelid. Tevreden bekijkt hij het resultaat. Dan sprenkelt hij Old Spice op zijn wangen en snuift genietend de geur op.
In de slaapkamer wachten hem zijn gestreken overhemd, blauwe blazer, geperste grijze pantalon en glanzend gepoetste loafers.

Als hij even later met verende tred de huiskamer binnen komt, slaat Esina beide handen voor haar mond.
‘Tjeetje Ton, wat krijgen we nou?’
‘Ach mijn liefste, je moet er wat voor over hebben als je solliciteert naar de burgemeesterspost van ‘s lands grootste kakstad.’

‘Maar Ton, dat is toch niets voor jou? Ze zien je aankomen!’
‘Nou dat is dan maar goed ook, anders doen ze de deur niet open.’
Ton lacht zelf om zijn grapje en vervolgt ‘Die baan is echt geknipt voor mij! Het is natuurlijk wel van boreaal en veni, vidi vici en zo, maar je moet ook niet vergeten dat pecunia non olet, dus!’
‘Wat bedoel je daar nou weer mee? Dat snapt toch geen hond?’
‘Precies daarom gaat het mij nou net lukken, Esina! En onze kachel moet toch ook branden? Net als die oudejaarsbrandstapels. Quod erat demonstrandum!’