Camping

Half twaalf. Gert komt zijn tentje uit en gaat de voortent van zijn ouders binnen. O, ze zijn er niet. Zeker boodschappen doen of zo.
Op het aanrecht in de caravan ligt een briefje.

Gert, we zijn naar tante Jopie in Amersfoort, ze is gevallen en moet misschien naar het ziekenhuis. Pas vanavond laat weer terug. Afgesproken met Anita dat je bij haar kan eten. Doei, mama

Als Gert heeft gedoucht loopt hij terug naar de caravan. Daarnaast is die van Anita, nou ja, eigenlijk van haar broer, maar zij mag er dit seizoen twee weken in.
Zij zit in haar bikini onder de luifel met een tijdschrift.
‘Ha Gert, ben je wakker?’
Hij glimlacht en knikt.
‘Je moeder zou een briefje achterlaten. Heb je dat gelezen?’
Hij gaat voor Anita staan en ze schuift haar zonnebril in haar haren.
‘Ja, voor een zieke tante zorgen of zo. Ze zijn vanavond laat weer op de camping.’
‘Ik heb je moeder beloofd dat ik op je zou letten en je kunt bij mij eten. Nou ja, dat oppassen zal wel niet nodig zijn, toch? Hoe oud ben je eigenlijk?’
Gert grijnst. Oppassen, hoe komt ze erbij?
‘Zeventien. Bijna.’ Hij kijkt naar beneden, zijn wangen kleuren. ‘En ik ben een brave jongen, hoor, je hoeft niet op me te passen.’
Anita mag hem wel. Tikkie verlegen, wel eerlijk en gevat. Als ze twaalf jaar jonger was geweest had ze het wel geweten. Dat strakke jongenslijf, die ogen … hij pakt je zo in!
Ze lacht. ‘Nee, dat was ik ook niet van plan hoor, ik heb al lang gezien dat jij een grote vent bent.’ Met een knipoog laat ze erop volgen: ‘Heb je al plannen voor vanmiddag?’
‘Mwah, niks bijzonders. Hoezo?’
‘Zomaar, ik dacht wat we met eten doen. Ik kan natuurlijk iets koken, maar we kunnen ook naar de Mac. Jij mag kiezen.’
Gert kijkt haar verrast aan. ‘De Mac. Serieus? Dat is gaaf, bij ons in de buurt hebben ze alleen de KFC. Hoe laat ga je?’
‘Maakt mij niet uit hoor, doe je ding en dan zie ik je wel verschijnen.’
‘Wow, fijn joh!’

Later die middag klopt Anita tegen de caravan waar Gert zit te gamen.
‘Gert, wil je eerst wat drinken? Kom je dan zo?’
‘O, is het al zo laat? Ik kom eraan.’

Als hij bij haar luifel staat, roept ze hem binnen.
‘Wil je even helpen? Ik krijg die fles niet open.’
Binnen staat ze te stuntelen met een wijnfles en een kurkentrekker.
Die stopt ze in zijn handen.
Ze gaat dicht achter hem staan, haar lichaam tegen het zijne. Ze slaat haar arm om hem heen, haar hand glijdt over zijn arm en pols naar zijn hand om de kurkentrekker in de goede positie te brengen.
‘Kijk, als je hem zo vastpakt, moet hij eruit komen, dacht ik. Krijg jij dat voor elkaar?’
Ze hoort hem zwaar ademen en ze legt haar hoofd op zijn schouder. Terwijl haar andere hand zijn buik streelt, fluistert ze: ‘Vind je dit fijn, Gert?’
Hij draait zich om en doet zijn armen iets omhoog.
‘Hmm, ik eh … ik weet niet wat er gebeurt, je bent wel … ‘
Anita buigt haar gezicht dicht naar het zijne. ‘Shht …’
De wijnfles valt.

De volgende dag vraagt Gert aan zijn ouders: ‘Zullen we vandaag naar de Mac gaan?’