Betalingsgeschil

Hij belt aan, zij zegt in de intercom voor wie zij komen.
Als de zoemer gaat, duwt hij de deur open en laat haar voor gaan.

Eenmaal gezeten voor het bureau van meester Langeraar steekt Frits van wal.
‘Wij willen ons geld terug. U heeft ons dat convenant eigenlijk opgedrongen, we stonden al bijna in de rechtszaal om het te laten bekrachtigen.’
Langeraar fronst zijn wenkbrauwen, maar zegt niets. Hij is gewend eerst alle argumenten aan te horen.
Mia vult aan: ‘Ja, we zouden op donderdag naar de rechtbank. Maar die dinsdag hield dokter Vreugd ons een spiegel voor en liet ons inzien wat wij nu werkelijk willen met onze relatie. En dokter Vreugd is wel de beste therapeut van de stad, hoor!’
Mia strijkt haar rok glad en kijkt Langeraar strijdlustig aan, terwijl zij Frits aanstoot.
‘En dat hele convenant had er dus nooit moeten komen,’ gaat Frits verder. ‘We hadden helemaal geen huwelijkscrisis, maar een eh … hoe zei dokter Vreugd dat ook al weer zo treffend, lieverd? Een rimpeling op de woelige baren, toch?’
‘Nee, sukkel, een rimpeling in de vijver van ons huwelijksleven! Jij weet ook helemaal niks, hè. Tjonge, zeg, daar ben je dan bijna dertig jaar mee getrouwd!’

Terwijl Frits en Mia verder kibbelen, denkt Langeraar terug aan hun eerste gesprek. Zij maakten toen een uitgebluste indruk. Twee vijftigers die een einde aan hun huwelijk wilden maken, maar dan niet te duur, dus of het niet kon met één advocaat? Hij adviseerde hen toen eerst met een relatietherapeut te gaan praten, maar zij wilden toch dat hij een echtscheidingsconvenant voor hen opstelde. Dat zij niet hebben betaald en nu eisen zij hun geld terug. Het moet niet gekker worden!

‘Beste mevrouw en meneer Hertog, ik ben blij voor u dat uw relatie een nieuwe kans krijgt. Maar ik herinner u eraan dat ik op uw aandringen een echtscheidingsconvenant heb opgesteld en dat u de nota voor deze werkzaamheden én de griffiekosten ondanks twee aanmaningen nog niet hebt voldaan.’
‘Maar dat convenant was toch nergens voor nodig?’ sputtert Mia tegen, ‘Dus dan hoeven we toch niets te betalen?’
Langeraar haalt diep adem en kijkt op zijn horloge.
‘Mevrouw en meneer Hertog, ik heb u mijn standpunt duidelijk gemaakt. U krijgt tot eind deze maand de tijd om mijn nota te voldoen. Daarna zie ik mij genoodzaakt invorderingsmaatregelen te treffen.’
Hij beent achter zijn bureau vandaan, opent de deur van zijn kantoor en kijkt hen aan. ‘Als u mij nu wilt excuseren ...’

Recente Artikelen

Archief