Ontmoeting

Op mijn boswandelingen met Hector loopt hij zijn neus achterna en laat overal zijn geurvlag achter. Mijn favoriete plek is een zandpad langs het dichtbegroeide gedeelte van het bos. Naast het pad lichten de varens mooi groen op in de zonnestralen die tussen het gebladerte van de loofbomen door schijnen.

Vandaag zie ik een jonge vrouw, die zich voortbeweegt alsof haar voeten de grond niet raken. Een rood, doorschijnend zomerjurkje omsluit losjes haar lichaam en raakt speels de bladeren van de varens. De krullen van haar kastanjekleurige haardos vlammen in de zon en dansen over haar schouders op het ritme van haar voetstappen. Haar benen doen me denken aan Godfried Bomans’ bewondering voor de benen van Marlene Dietrich; ‘Al had mijn vrouw maar één zo’n been.’
Op dat moment komt Hector kwispelend tussen de bomen vandaan, legt een tak voor haar neer en kijkt haar verwachtingsvol aan. Ze aait hem over zijn bol en kroelt door zijn vacht. Ze bukt en gooit de stok weg.
Hector legt de stok weer voor haar voeten.
Ik kom dichterbij en zie haar ogen glinsteren.
‘Hector vindt je aardig, hij wil met je spelen.’
Haar wangen kleuren, de lichte blos staat haar goed.
‘Het is een lieve hond.’
Ze werpt het stuk hout tussen de bomen, Hector rent er achteraan.
Als onze ogen elkaar ontmoeten, slaat zij de hare neer en ik kijk waar Hector blijft.
‘Kom je hier …’
‘Wat een mooi …’
We beginnen allebei tegelijk te praten, zwijgen dan en lachen ongemakkelijk.
‘Sorry, jij eerst. Dames gaan voor.’
Haar ogen staren naar de grond.
‘Ik wilde zeggen wat een lekker weer het is vandaag.’
Ik knik. ‘Nou en of, we boffen met deze zomer.’
‘Jazeker.’
Na een korte stilte schraapt ze haar keel.
‘En jij, … wat wilde jij zeggen?’
Ik haal adem. ‘Wandel je hier vaker?’
Voordat ze kan antwoorden vervolg ik: ‘Weet je, ik loop hier iedere dag om deze tijd met Hector en omdat hij je graag mag, zou het leuk zijn als we …’
Ik maak mijn zin niet af en kijk naar de varens.
Hector legt zijn stok tussen ons in en kijkt haar vragend aan.
Glimlachend kriebelt ze zijn snuit, pakt mijn hand en geeft er zachtjes een kus op.
‘Tot morgen,’ fluistert ze.
Ze draait zich om en vervolgt haar weg. Ik steek mijn hand op als groet en staar haar minutenlang na.

 

Image: Unsplash, Alexey Demidov

Recente Artikelen

Archief