‘Doe mij nog maar een neut, ome Joop.’
‘Zou je dat wel doen, Henkie? Je ouwehoert al als een kut die de hik heeft. Nou vooruit, omdat jij het bent, Henkie. Nog één maar dan moet je wel wegwezen.’
Henkie strompelt de kroeg uit. Onderweg wil hij zijn blaas legen in een steegje en ritst zijn gulp open.
‘Hé Henkie, ouwe smeerlap, wat maak jij nou? Sta je mijn werkplek onder te zeiken? Donder effe gauw op!’
‘Hè watte? O, hoi Chantal. Joh, gewoon effe pissen. Maar eh, Chantal, lieffie, ken je mij niet een keertje matsen, lekker ding, wij samen, je weet wel…’
‘Nee Henkie, neem hem maar lekker in je rechterhand en geef er zelf een slinger aan!’