Nieuwe start

Bij mijn aanstellingsbrief zat de uitnodiging voor een ontmoeting met de heer De Ruijter op de laatste schooldag voor de kerstvakantie. Op 1 januari begint mijn loopbaan als docent Engels op dit statige college.
De Ruijter was niet aanwezig bij de sollicitatiegesprekken, de rector had diens wens overgebracht met zijn opvolger enkele zaken door te nemen en over te dragen.

Een oudere man opent de monumentale voordeur. Donkere ogen nemen mij op door een John Lennon-brilletje, zijn glimlach gaat half schuil achter een grijze hangsnor. Hij draagt een pak dat ooit van goede snit moet zijn geweest, zijn overhemd vertoont slijtage bij de kraag.
Hij steekt zijn hand uit.
‘De Ruijter. U bent Hofwijk, I presume, mijn opvolger?’
Zijn diepe stem klinkt warm en verraadt ervaring met het toespreken van groepen. Zijn handdruk is stevig en kort.
‘Jazeker, meneer de Ruijter. Dennis Hofwijk, aangenaam. Ik begin hier in januari.’
‘Kijk aan, de nieuwe garde. Zeg maar René, hoor. Kom binnen, we gaan hier linksaf. Aan het eind van de gang is mijn kamer.’

Het is duidelijk dat De Ruijter hier vertrekt. Naast de deur staat een half gevulde verhuisdoos, een replica van het standbeeld van Nelson steekt er bovenuit. Zijn bureau is leeg, op enkele post-its en een stapeltje papieren na. In de vensterbank snakt een verdord plantje al lang niet meer naar water en daarnaast, verscholen achter een gordijn, ligt een sigarenpeuk op een schoteltje.
De boekenplank aan de muur buigt door onder het gewicht van paperassen, ordners en een paar lesmethodes, waarvan één nog in cellofaan. Een Engelse vlag en een poster van The Beatles sieren de muur.
René biedt mij een stoel aan en spreidt zijn armen. ‘Dit was jarenlang mijn domein, net als het lokaal hiernaast. Na de vakantie is het voor jou.’
Ik kijk rond en stel me voor hoe ik hier voortaan achter het bureau lessen voorbereid en proefwerken nakijk.
Hij vervolgt: ‘Als je wilt, laat ik de Union Jack hangen, ik heb er thuis geen plaats meer voor. Maar the fab four neem ik mee.’
‘Die vlag vind ik wel passend, dus graag. Dankjewel. Wat The Beatles betreft, heb je hun teksten gebruikt in je lessen?’
Zijn ogen beginnen te stralen. ‘Ieder jaar deed ik een project met de bovenbouw, waarin ze de lyrics van een bepaalde elpee moesten vertalen. De examenklas liet ik er bovendien een werkstuk over maken, met een analyse van de teksten. In het Engels uiteraard.’
Ik knik bewonderend, deze aanpak lijkt me een goede verlevendiging van het taalonderwijs.
‘De ervaring leerde mij,’ gaat hij verder, ‘dat de werken van de oude meesters zoals Shakespeare, Austen en Hemingway niet meer aanspreken. Natuurlijk leren ze daarover in de lesmethode, inclusief tekstpassages, maar het raakt ze niet echt. Ik heb gemerkt dat je de studenten meer pakt met eigentijdse taaluitingen, zoals songteksten.’
Zijn enthousiasme is aanstekelijk. We filosoferen over de stromingen in de Engelse literatuur en hun vertegenwoordigers. We blijken dezelfde visie te hebben op de plaats en het belang van de popcultuur in het huidige taalonderwijs.
Na een poosje kijkt hij op zijn horloge.
‘Sorry, Dennis, ik heb zo meteen nog een afscheidsborrel met de collega’s, dus ik wil gaan afronden. Ik twijfelde of ik je nog zou meegeven welke studenten extra aandacht behoeven, maar aangezien je het eerste half jaar gecoacht wordt door een oudere collega lijkt me dat nu niet nodig. Bovendien lijk jij me capabel genoeg om dat zelf te beoordelen.’
‘Dankjewel voor het vertrouwen, René. Ik wil zelf onbevangen een goede verstandhouding met alle studenten opbouwen.’

We nemen afscheid bij de voordeur. Hoewel ik geen enkele aarzeling had over de keuze voor deze job, door deze kennismaking met mijn voorganger ga ik mijn onderwijsloopbaan met meer zelfvertrouwen tegemoet.

Recente Artikelen

Archief