Spanning

In de supermarkt trekt een vrouw mijn aandacht. Ze ziet er verzorgd uit en lijkt me aan de goede kant van de veertig. Met haar rode mantel, voorzien van een witte kraag, is ze op haar kerstbest gekleed. Ze heeft mooie donkere krullen, waarvan een lok hardnekkig voor haar ogen valt. Met een sierlijk handgebaar strijkt ze die lok telkens weg.
Onze blikken kruisen elkaar bij de kaasafdeling en de stokbroden. Bij het wijnschap wisselen we voorzichtig een glimlach.

Nadat ik mijn boodschappen heb afgerekend loop ik langs de parkeerplaats naar huis. Mijn adem vormt witte wolkjes in de buitenlucht. Bij het laatste parkeervak tilt de vrouw haar boodschappen in de kofferbak van haar auto. Een blikje valt en rolt mijn kant op. Ik raap het op en ga naar haar toe.
‘Mevrouw, u wilt toch niet zonder ragout thuiskomen? Dit is uit uw tas gevallen.’
‘Wat attent, dank u wel.’
Ik geef haar het blikje, onze handen raken elkaar en lijken dat contact een moment te willen vasthouden.
Ik kijk haar een volle seconde aan, het voelt als een eeuwigheid.
‘Graag gedaan. Prettige avond en fijne feestdagen!’
‘Insgelijks en nogmaals bedankt. Daag.’

Ik loop verder en na twee stappen verstuik ik mijn enkel. ‘Au!’
Kreunend zoek ik steun bij een tuinhekje.
De vrouw komt naar mij toe.
‘Heeft u zich bezeerd?’
Met moeite houd ik een krachtterm binnen.
‘Ik miste de stoeprand en ging door mijn enkel. Het doet verdomde pijn.’
Ze kijkt me bezorgd aan.
‘Wat vervelend. Kan ik iets voor u doen?’
Ter ondersteuning steekt ze haar arm onder de mijne.
‘Ach, het gaat wel. Aardig dat u zich om mij bekommert. Trouwens, ik heet Theo.’
‘Ik ben Carina, aangenaam. Zeg maar je, hoor. Kun je erop staan, en denk je dat je kunt autorijden? Anders wil ik je wel een lift geven.’
‘Mijn auto staat thuis, hier net om de hoek. Voor die paar boodschappen ben ik komen lopen. Een lift zou fijn zijn; het is net of mijn enkel wil dubbelklappen en het doet goed zeer.’
‘Kom, we lopen naar mijn auto, leun maar op mij.’
Ik sla mijn arm om haar schouder.
‘Wat tof van je, Carina. Komt het je wel uit?’
‘Ja hoor, ik heb geen plannen en er wacht niemand op mij.’

Leunend op Carina hinkel ik mijn huis binnen en plof neer op de bank.
Ze doet haar jas uit en buigt zich over mijn voet.
‘Zal ik ernaar kijken? Ik heb ervaring als verpleegster.’
Zonder mijn antwoord af te wachten maakt ze mijn veters los en trekt voorzichtig mijn schoenen en sokken uit.
Vaardige, koele handen betasten mijn enkel en bewegen mijn voet zachtjes naar alle kanten. Als ik kreun houdt ze meteen in.
‘Die lijkt gekneusd, hij is in ieder geval opgezet.’ oordeelt ze. ‘Heb je ijsklontjes in de vriezer? En een schone theedoek, je enkel moet gekoeld worden en er moet een kussen onder om hem hoog te houden.’
Ik wil opstaan om ze te halen.
Zachtjes duwt ze me terug in de bank.
‘Je kan je enkel beter niet belasten. Ik pak het wel.’

Nadat ze mij heeft verzorgd pak ik haar handen en kijk haar aan.
‘Carina, je bent geweldig. Dankjewel dat je me hebt thuisgebracht en mijn enkel hebt behandeld. Mag ik je wat aanbieden, een glaasje wijn misschien?’
‘Dat lijkt me lekker, zal ik het inschenken?’
Samen op de bank drinken we een paar wijntjes en komen nader tot elkaar.

Esina doet haar donkere pruik af en schudt haar blonde lokken vrij. Daarmee luidt ze een vrijpartij in, die ons nog lang zal bijblijven.
We genieten na in elkaars armen, beiden met tranen van geluk.
Ze pakt haar mobiel.
‘Wat doe je?’
‘Ik stuur onze therapeut een appje:
Beste dokter Vreugd, super bedankt voor uw advies. De tip samen een rollenspel te doen heeft succes; onze relatie is weer spannend als vanouds!
Groetjes, Ton en Esina.’

Recente Artikelen

Archief