De man aan het tafeltje

Zij is loom en slaperig. Voorbij de grens tussen bewustzijn en onderbewustzijn zweeft zij mee op het ritme van een droom.

Haar naakte lichaam rilt van de kou. Zij kan zich niet bewegen; met kledingstukken zijn haar ledematen vastgebonden aan de spijlen van het bed. 

Plotseling voelt zij lippen op de hare, een tong wordt ruw in haar mond geduwd. Warme adem, stinkend naar alcohol en wiet, komt in haar neus en in haar keel. Baardstoppels schuren over haar kin en wangen.

Zij wil weg, maar is krachteloos.

Een hand knijpt in haar borsten, een andere hand wrijft wild over haar venusheuvel, vingers dringen zich grof naar binnen. Zij voelt pijn als nagels haar inwendig open krassen. Het lucht op als de vingers verdwijnen, maar daarna voelt zij een hard lid in zich stoten. In hetzelfde ritme raken een scrotum met ballen haar billen.

De man die haar neemt gromt iets in een onverstaanbare taal, zijn speeksel lekt langs haar gezicht. Dan, na een langgerekte keelklank, stopt hij zijn woeste lendenen-gebeuk en hij kreunt en zucht, waarbij onwelriekende adem haar reukcellen tart.

Hij likt nog even aan haar borsten en kruipt van haar af.

Langzaam druipt sperma uit haar vagina.

Zij is nog steeds loom en slaperig. 

In het belendende vertrek zitten mannen te drinken. Zij roken wiet en praten over hun prestaties in bed. Sommigen bewegen hun hand in hun broek.

Als de man uit de slaapkamer komt, knikt de man aan het tafeltje naast de tussendeur naar een grote kale man. Die geeft de knik-man enkele biljetten en gaat de slaapkamer in. Het geld verdwijnt naar de binnenzak, naast de rohypnolverpakking. 

De politie-inval komt voor haar niet op tijd, voor de meeste mannen te vroeg.

Recente Artikelen

Archief