1976

Ik kleed me uit en rol mijn bed in. Ik denk terug aan Y. Onze relatie-perikelen maakten vandaag tot een bijzondere dag, met een happy end. Opgelucht val ik in slaap. 

Met een tevreden gevoel loop ik naar de lift. Ik stap in mijn auto en rijd de bekende weg naar huis.
In de verte zie ik auto’s vaart minderen en aan de kant gaan staan, naar later blijkt op aanwijzing van de politie.
De alcoholcontrole gaat aan mij voorbij, er zijn te veel wachtenden voor mij.
Hè, nou weet ik nog niet hoe dat gaat als je wordt aangehouden.
 

Na het eten haal ik haar op, we drinken wat in dat rustige café in het oude centrum van Voorburg. We nemen daar meestal gin-fizz, het is een traditie geworden in die zestien maanden dat we nu verkering hebben.
We praten over vanmiddag, over oorzaak en gevolg, over de toekomst en … Ach, eigenlijk praten we alleen maar over onze liefde.
 

Om een uur of vier bel ik aan, en als ze open doet houd ik de grote bos rozen even opzij, zodat ik in haar ogen kan kijken. Haar ogen, die nog gezwollen zijn van de vele tranen van vandaag. Maar die ook oplichten. Die me nu verwachtingsvol aankijken, beeld ik me in.
Zij moet ook in mijn ogen lezen wat ik haar vertel. Dat ik niet zonder haar kan. Dat ik een boerenlul ben die ook niet alles weet, behalve dat ik met haar verder wil.
 

Als ik die ochtend bij haar kom, kijkt haar moeder me al verwijtend aan. Nadat ze koffie heeft ingeschonken, trekt zij zich terug. Boodschappen, of zoiets.
Y zegt dat ze niet met me verder wil, ze weet het even niet meer. Misschien een adempauze? Nee geen verwijt, geen ander, geen ruzie, gewoon even klaar. Uit ...

 


De opdracht behelsde het beschrijven van een dag uit je leven in omgekeerde volgorde.


 

Recente Artikelen

Archief